Uitspraak van het EU-Hof: Doorverkoop van digitale games moet worden toegestaan

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat consumenten binnen de EU gedownloade games en software legaal kunnen doorverkopen, waarmee de beperkingen die zijn opgelegd door eindgebruikerslicentieovereenkomsten (EULA's) worden vernietigd. Deze baanbrekende beslissing, die voortkomt uit een juridisch geschil tussen UsedSoft en Oracle, hangt af van het principe van uitputting van distributierechten. Zodra een auteursrechthouder een kopie verkoopt en onbeperkte gebruiksrechten verleent, wordt het distributierecht als uitgeput beschouwd, waardoor wederverkoop mogelijk is.

Deze uitspraak heeft gevolgen voor grote platforms zoals Steam, GOG en Epic Games. De oorspronkelijke koper kan de gamelicentie legaal overdragen, zodat een nieuwe eigenaar de game kan downloaden. De rechtbank verduidelijkte dat de oorspronkelijke koper bij wederverkoop afstand doet van de toegang. Er blijven echter praktische implicaties bestaan, waaronder het ontbreken van een gedefinieerde wederverkoopmarktplaats en onopgeloste vragen met betrekking tot accountoverdrachten. Fysieke kopieën blijven bijvoorbeeld geregistreerd onder het account van de oorspronkelijke eigenaar.

Belangrijk is dat de uitspraak de oorspronkelijke verkoper niet toestaat toegang te behouden na wederverkoop. De rechtbank benadrukte dat voortgezet gebruik na verkoop inbreuk zou maken op de reproductierechten van de auteursrechthebbende. Hoewel het distributierecht is uitgeput, blijft het reproductierecht bestaan, waardoor alleen kopieën worden toegestaan ​​die nodig zijn voor rechtmatig gebruik door de nieuwe eigenaar. Hierdoor kan de nieuwe eigenaar de game downloaden voor het beoogde gebruik.

Bovendien heeft de rechtbank bepaald dat back-upkopieën niet mogen worden doorverkocht. Deze beperking geldt voor alle rechtmatige verkrijgers van computerprogramma's. Het besluit verduidelijkt de grenzen van de uitputting van het auteursrecht binnen de context van digitale distributie, en heeft invloed op de manier waarop consumenten en uitgevers omgaan met het bezit van digitale games in de EU. De uitspraak verleent weliswaar volgrechten, maar benadrukt de aanhoudende complexiteit van het beheer van digitale licenties en de behoefte aan duidelijkere kaders voor secundaire markten.